Infrastructurele verschillen tussen Nederland en België

Een landsgrens oversteken is vandaag de dag iets wat we zonder nadenken doen. Zeker voor mensen die dicht bij een landsgrens wonen. Hoe dichter iemand bij een grens woont, hoe verder deze grens lijkt. De grens verdwijnt als het ware voor mensen die dicht bij of op de grens wonen. Echter zijn er wel grote infrastructurele verschillen tussen Nederland en België, deze lichten we in dit artikel toe.

De vrijheid is er gekomen na de goedkeuring van het Protocol inzake de afschaffing van controles en formaliteiten aan de binnengrenzen van de Benelux en inzake de opheffing van de belemmeringen van het vrije verkeer in 1969.

Deze vrijheid is uitgebreid na het Schengenakkoord van 14 juni 1985. Dit akkoord zorgde voor vrij verkeer van personen, goederen en diensten vanaf 1995 tussen België, Nederland, Luxemburg, Duitsland en Frankrijk. Met de invoering van de Euro sinds 1 januari 2002 is het grensverkeer alleen maar toegenomen.
De grens oversteken gebeurt vandaag de dag zonder nadenken. Onze collega Geert pendelt enkele dagen per week tussen België en Nederland en somt vijf grote verschillen op tussen België en Nederland op het vlak van verkeer en infrastructuur.

Treinen

In België rijden treinen links, in Nederland rijden ze rechts. Dit verschil is geschiedkundig tot stand gekomen. Toen men bij de oprichting van België in 1830 -als eerste land op het vasteland- treinen wilde laten rijden heeft men advies ingewonnen bij ingenieurs uit Engeland. Zij hadden immers al 5 jaar ervaring met stoomtreinen. De indeling van de locomotieven in Engeland was ingesteld op links rijden. België heeft dit simpelweg overgenomen. Sinds 1839 rijden er in Nederland treinen. Deze treinen hebben altijd rechts gereden.

Tussen België en Nederland zijn er overigens maar drie actieve treinverbindingen. Deze treinverbindingen bevinden zich tussen Essen en Roosendaal, tussen Brecht en Breda en tussen Luik en Maastricht. Overgaan van links naar rechts aan de landsgrenzen gebeurt meestal ‘vanzelf’: bij vertrek uit de stations Roosendaal, Breda en Maastricht worden de treinen naar het linker spoor richting Belgische grens geleid.

Fietsstraten

In Nederland heeft de fietsstraat (nog altijd) geen juridische status. Hier zijn dan ook de normale regels van de Wegenverkeerswet van kracht. Fietsers houden dan ook zoveel mogelijk rechts op de fietsstraat en rijden met maximaal twee personen naast elkaar, mits ze geen andere weggebruikers hinderen. Gemotoriseerd verkeer op een fietsstraat kan te maken krijgen met extra beperkingen door middel van bijvoorbeeld een maximumsnelheid of een inhaalverbod voor motorvoertuigen.

In België is het begrip ‘fietsstraat’ wel opgenomen in de wegcode. Fietsers mogen gebruik maken van de volledige breedte van de rijbaan (eenrichtingsstraat) of van de volledige rechterhelft van de rijbaan (tweerichtingsstraat). Gemotoriseerd verkeer mag de fietsers niet inhalen en mag maximaal 30 km/u rijden.

Snelheid

Binnen de komgrenzen mag je in Nederland maximaal 15 km/u of stapvoets rijden op een woonerf, 30 km/u in de meeste woonstraten of 50 km/u rijden op de meeste andere plaatsen binnen de bebouwde kom. Op drukke verkeersaders binnen de bebouwde kom geldt soms een snelheidsregime van 70 km/u. Buiten de bebouwde kom mag je 60 km/u of 80 km/u rijden en 100 km/u op de meeste autowegen. Op alle autosnelwegen mag je sinds maart 2020 maximaal 100 km/u tussen 6u en 19u rijden vanwege het streven van de overheid naar minder stikstofuitstoot. Buiten deze tijden geldt, afhankelijk van de locatie, een snelheidslimiet van 120 km/u of 130 km/u.

De snelheid is in België binnen de komgrenzen eveneens onderverdeeld in drie zones, met name woonerven, woonstraten en doorgaande straten. In woonerven is de maximale snelheid beperkt tot 20 km/u of 30 km/u in woonstraten en 50 km/u op overige wegen. Dit komt redelijk overeen met Nederland, met het verschil dat je in België sneller in woonerven mag rijden. Brussel is een speciaal geval want daar is de snelheidslimiet vorig jaar bijna overal teruggebracht naar 30 km/u, tenzij anders aangegeven.

Buiten de bebouwde kom geldt in Vlaanderen een maximale snelheidslimiet van 70 km/u. In Wallonië en Brussel mag je buiten de komgrenzen 90 km/u rijden. De uitzondering hierop zijn snelwegen (120 km/u) of wegen met een gescheiden fysieke middenberm (120 km/u), tenzij anders aangegeven.

Fietspadmarkering

In Nederland heb je fietspaden en fiets(suggestie)stroken. Fietspaden zijn verplicht voor fietsers en worden omschreven als een weggedeelte of vrij liggend pad dat gereserveerd is voor fietsverkeer. Ze zijn voorzien van een verkeersbord. Zowel de fietsstroken als aanliggende fietspaden zijn onderdeel van de rijbaan daar waar vrij liggende fietspaden net geen onderdeel uitmaken van de rijbaan.

In België maakt het fietspad geen deel uit van de rijbaan. Een fietspad wordt in België omschreven als een deel van de openbare weg dat voor fietsen en tweewielige bromfietsen klasse A is voorbehouden door verkeersborden óf dat is afgebakend door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer. In dit laatste geval zijn geen verkeersborden noodzakelijk.
Verwar deze lijnen niet met de lijnen van een erftoegangsweg buiten de bebouwde kom in Nederland. In België mag je deze stippellijn als automobilist dus niét overschrijden.

Een fietssuggestiestrook kennen we in België ook. Deze heeft net als in Nederland geen juridische waarde. Fietssuggestiestroken zijn stroken die een plaats voor de fietser suggereren op de rijbaan, bijvoorbeeld door een afwijkende kleur wegdek. In Nederland is deze kleur altijd rood, maar in België kan deze bijvoorbeeld ook geel, groen, bruin of grijs zijn. Het zijn geen echte fietspaden, want eigenlijk mogen alle verkeersdeelnemers erover rijden en erop parkeren als er geen parkeerverbod van kracht is. In Nederland wordt een fietssuggestiestrook aangeduid met een stippellijn zonder fietssymbool.

Verkeerslichten: conflictvrije kruispuntregeling

In Nederland kent men sinds lange tijd dit principe. Een conflictvrije kruispuntregeling zorgt ervoor dat zwakke weggebruikers (voetgangers, fietsers) nooit groen hebben als er op dat moment ook voertuigen kunnen afslaan. In Nederland wordt dit al veelvuldig toegepast.

In België is dit echter nog niet het geval. De conflictvrije regeling is nog maar recent opgenomen in het verkeersveiligheidsplan 2021-2025 en moet dienen als nieuwe norm bij herinrichting van kruispunten. Er zal echter altijd van deze norm afgeweken kunnen worden als het niet anders kan, bijvoorbeeld omdat anders de wachttijden voor de verkeersdeelnemers te groot worden. Dat geldt overigens ook soms nog in Nederland. Extra opletten aan kruispunten in België bij het afslaan is dus aangeraden, maar is eigenlijk ook in Nederland een goed idee.

bron: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/13/8-duizend-zorgwerknemers-in-grenspendel-met-duitsland-en-belgie

Bart

Author Bart

More posts by Bart